Lach

Mijn harde lach bestaat uit lagen
van diep en weggezonken dagen
van niet meer vragen maar verdragen
van niet meer zoeken wat we zagen
van niet meer praten over later
van meer leven als een vis
van eeuwig leven als een kater
als het water toch op is

niet meer praten over zaken
maar wet en plicht bewust verzaken
niet meer geven om een ander
maar giftige oleander
krijgt nog water als het dorst heeft
als het glas toch halfleeg is

en ook al tel ik al de dagen
geen dag telt nog langer mee
als een kwal schik ik mij gedwee
naar kalme golven van de zee

mijn lach, voorsteven van de schuit
als ik aan land kom droogt hij uit